In de jaren dat ik begon met plastisch opereren vanaf 1993 heb ik alle ontwikkelingen meegemaakt met de borstprotheses. De siliconen gevulde protheses waren altijd de meest gebruikte soort maar er waren altijd ook water gevulde protheses, zeker in de USA werden deze massaal gebruikt. In het verleden waren deze water protheses niet betrouwbaar door hun hoge lekkage risico, maar dat is de laatste 10-15 jaar enorm verbeterd.
De huidige watergevulde Mentor protheses hebben zelfs een levenslange garantie voor lekkage als ze zijn ingebracht, dus bij lekkage van een watergevulde prothese wordt kosteloos 1 nieuwe water gevulde prothese geleverd van dezelfde soort, echter zonder vergoeding van de operatie kosten! Bovendien wil je dan ook de andere waarschijnlijk vervangen hebben als deze ook al ouder is!
De eerste jaren heb ik de water gevulde protheses zowel voor als achter de borstspier ingebracht, maar op een gegeven moment realiseerde ik mij dat de dual plane plaatsing de beste manier was, waarbij de prothese aan de bovenkant onder de grote borstspier ligt en aan de onderzijde achter het klierweefsel, dus letterlijk onder twee verschillende lagen. Dus de prothese moet altijd half achter de borstspier liggen, zeker ook om rimpels te voorkomen die zichtbaar kunnen zijn in de huid als je de prothese voor de spier zou plaatsen. De normale siliconen protheses kun je eigenlijk zowel voor als achter de borstspier plaatsen omdat ze veel minder rimpelen. Alle procedures vinden onder algehele narcose plaats, en meestal in dagbehandeling. Je kunt deze ingreep ook toepassen bij een combinatie van een borstlift met een prothese plaatsing, als er te weinig klier en vetweefsel in de borst aanwezig is.
Uitleg watergevulde protheses
De water protheses waren in het begin meestal grof geruwd (getextureerd) aan de buitenkant, zoals veel protheses toen waren gemaakt. Deze ruwing was vooral gemaakt om de ronde of anatomische protheses te laten vastgroeien aan de kapselwand eromheen. Nu zijn de protheses met water volledig glad of nano/micro-geruwd aan de buitenkant waardoor ze aan alle eisen beantwoorden die opgesteld zijn door de internationale gezondheidsinspecties, dit geldt zowel voor de siliconen- en water protheses die nu ingebracht worden. De vorm kan wat lager zijn in bolling of juist wat boller tot zelfs hoogprofiel in vorm.
De meest voorkomende problemen na het inbrengen zijn ten eerste rimpelvorming van de waterprotheses, omdat de water gevulde protheses beter voelbaar zijn onder de huid en spier van de borst, dat is bij siliconen protheses zeker beter te noemen, siliconen is zachter en meer aanvoelend als klierweefsel. Daarom ook plaats ik niet bij iedereen water protheses, zeker als de patienten echt te mager zijn met een zeer dunne vetlaag onder de huid. Om de rimpelvorming zoveel mogelijk tegen te gaan injecteer ik altijd meer volume in de protheses dan er als basis in gaat, bijv. een prothese van 250 cc vul ik met 300 cc!
Als tweede probleem kan kapsel contractuur optreden dat is littekenvorming rond de protheses. Dit is verdeeld in 4 gradaties, waarbij graad 1 zeer zachte natuurlijke kapselvorming is en graad 4 keiharde kapselvorming is met pijn, alsof er een biljartbal onder de huid zit. Bij iedereen treedt kapselvorming op, is een gewoon proces, maar het moet het liefst zacht blijven en dus geen contractie veroorzaken.
In grote internationale studies wordt ook beschreven dat patienten soms toch hun protheses weer laten verwijderen of veranderen, bijvoorbeeld naar een groter volume toe, of dat ze een aanvullende borstlift doen, als de borsten teveel gaan hangen in de loop van jaren. Het is ook mogelijk om soms dezelfde prothese te handhaven en alleen het volume iets op te voeren, door de borstholte onder narcose open te maken bij het oude litteken en met een slangetje extra vocht in de prothese te injecteren.
Vervolgens wordt gevoelsverlies beschreven in de tepel regio, en de huid eronder naar het plooi litteken toe, meestal is dit tijdelijk, en komt het gevoel weer terug door herstel van de huidzenuwen.
Lek gaan van de prothese kan gebeuren, en valt gelukkig onder dekking van garantie van Mentor, wel zal de operatie zelf betaald moeten worden door de patient, maar de verzekering zal altijd worden aangeschreven om deze kostenpost te claimen. Of ze zullen betalen hangt van de dekking af die de patient heeft afgesloten. Verder kan de patient besluiten om na een tijd de protheses alsnog te verwijderen, en eventueel een aanvullende borstlift te doen, of de protheses te wisselen voor bijv. een grotere maat. Alle combinaties zijn mogelijk .
Infecties treden zelden op, heeft natuurlijk ook te maken met de steriliteit tijdens de ingreep de wond condities, de grootte van de ingreep, de gezondheid van de patient en heel belangrijk het feit dat de patiente niet rookt !
Er wordt zelden een patient gezien met gladde water protheses met Breast Implant Illness, ook wel ASIA genoemd, dit betreft juist meestal de oudere macrotextuur protheses, bijvoorbeeld van Allergan/CUI /Inamed/McGhan of Silimed/Polytech protheses.
Deze stoornis is een autoimmuun probleem waar op dit moment een groot onderzoek naar wordt uitgevoerd, door de VUMC in Amsterdam en waar ook onze Jan van Goyen kliniek aan deelneemt. Er is nog niet bekend wie dit kan krijgen, het gaat wel gepaard met klachten als moeheid, gewrichts- en spierpijn, haaruitval, brain fog, concentratie- en geheugen stoornis, en woordvinding stoornis, als belangrijkste factoren.
De stoornis die NIET kan optreden met gladde protheses is ALCL ofwel borst lymfklier kanker, deze afwijking heeft geleid in 2018 tot een verbod op het gebruik van geruwde macro textuur protheses. Deze afwijking heeft echt geleid tot een enorme verschuiving van de soort protheses die gebruikt worden, eigenlijk zijn alle gladde protheses nu de voorkeur en niet meer de macrotextuur protheses die voorheen normaal waren. Bij een ALCL afwijking is volledige explantatie met capsulectomie noodzakelijk, waarop dan wel al genezing bereikt is ,met wel nog PET scan controles als nabehandeling om het beloop te controleren.
Een nieuwe siliconen of water prothese mag bij breast implant illness niet meer ingebracht worden, het enige wat dan wel mag gebeuren is een borstlift om de vorm te verbeteren, of een lipofilling met eigen vet om het volume te vergroten van de borst of accepteren dat de borsten gewoon kleiner worden. Dat vet wordt vooral verkregen uit de buik en flanken/love handles, met een fijne 3 mm liposuctie canule, en na spoelen en filtreren van het vet wordt dit terug gespoten in de borstlagen met gebruik making van bijv. de Puregraft methode, waarbij het vet gespoeld wordt in een speciale zak met filter ingebouwd. Het is belangrijk dat dit vet zoveel mogelijk regelmatig verdeeld wordt over de borsten om ingroei in de vetlagen te verkrijgen na inspuiten. Normaal zal ongeveer 50 -70% van al het ingespoten vet ingebouwd worden in de borstweefsels, waarbij het uiteraard een voordeel is als de patiente al een redelijk dikke vetlaag heeft waarbij de inbouw dan beter zal verlopen. Bij magere patienten kan gewoon minder vet ingespoten worden, omdat de weefsellagen dunner zijn om in te spuiten. De hoeveelheid ingespoten vet zal ongeveer 200 tot 350 cc per borst zijn waarbij dan meer de helft zal overblijven.
Het wisselen van water protheses zal in het algemeen gebeuren omdat de patiente een grotere of kleinere maat wil hebben, ofwel omdat de protheses lekkage vertonen, gekenmerkt door acuut vormverlies, omdat het water uit de prothese lekt, zodat de protheses stevigheid verliezen, met duidelijk vormverlies.Dit gaat snel, zodat er meestal ook een consult geregeld kan worden om dit lekkage probleem op te lossen. Nogmaals garantie op lekkage is goed geregeld via Mentor, met vervanging van de protheses als eventuele oplossing.
Poliklinische controle bij water protheses is niet elke paar jaar nodig, in tegenstelling tot siliconen protheses waar dit wel nodig is en ook wordt aangeraden, zeker boven de 50 jaar. Een mammogram is niet nodig als direct controle middel van de protheses , wel als de patiente ouder is dan 50 jaar via het gewone borstkanker onderzoek. De normale controle boven de 50 jaar van de borsten wordt vooral gedaan met aanvullend ECHO of eventueel MRI onderzoek, zodat er geen grote druk op de protheses wordt uitgeoefend zoals bij mammografie. Wel is er steeds meer vraag naar vrouw-vriendelijke mammografie met minder druk op de borsten tijdens het onderzoek. Patienten vragen mij vaak of er nog borstweefsel aanwezig is achter de protheses , uiteraard is dat niet het geval, de water gevulde protheses zitten direct op de ribben en al het borstweefsel met grote borstspier zit ervoor. Dus alles wat je voelt van de borst zit voor de protheses.
De periode waarin water protheses vervangen moeten worden is niet bekend,maar ligt meestal tussen de 10 en 20 jaar, waarbij lekkage zeker een keer gaat gebeuren, met verlies van vorm en volume van de borst. De siliconen protheses hebben een gelijke periode van duurzaamheid, en worden ook in die periode van 10-20 jaar meestal vervangen als er tekenen van slijtage zijn, aangetoond met ECHO of MRI onderzoek. Het volume van water protheses ligt meestal rond de 200 tot 400 cc, uiteraard afhankelijk van de borst -en thoraxvorm en de wens van de patient, dat kan op de poli besproken worden. Er wordt dan ook een computer opname van de borstkas van de patient gemaakt met een 3D-Crisalix camera ,waarna de juiste prothese kan worden uitgekozen op de computer om de borstvergroting virtueel te kunnen realiseren voor de patiente.
Deze methode is een realistische weergave van het uiteindelijke resultaat. En zo nodig kan de hoeveelheid en grootte worden aangepast naar de wens van de patient. Tegelijkertijd wordt ook altijd gepast met een pas BH en vulprotheses om de realiteit na te bootsen bij de patiente.
Een afspraak voor de ingreep kunt u met mij maken in de Jan van Goyen kliniek waar ik u alle verschillen kan tonen.