De laatste paar jaar is er een toenemende vraag naar het verwijderen van siliconen protheses. Deze vraag werd mij vroeger hooguit eens per half jaar gesteld, omdat de protheses niet meer bevielen, door de
grootte of omdat de patiente geen protheses meer wilde hebben omdat ze bijv. zwanger wilde worden zonder siliconen protheses, of door kapselvorming die niet onder controle was te krijgen omdat de kapselvorming elke keer terugkwam na een hersteloperatie.
De laatste jaren is er een heel nieuwe groep patienten bijgekomen met asia klachten (autoimmune syndrome induced by adjuvants) ofwel klachten op basis van een immuun stoornis voor siliconen protheses , zoals van McGhan, Allergan, CUI, Inamed, Silimed, Sebbin, Nagor, Arion (Monobloc Siliconen) , Polytech, en Eurosiliconen. Al deze protheses worden geleverd met een grove/ruwe structuur aan de buitenlaag, ook wel genaamd macrotextuur! De exacte gegevens,en hoe vaak dit beeld zou voorkomen, zijn nog niet bekend, daar wordt nu op grote schaal onderzoek naar gedaan. Onder leiding van de vakgroep interne geneeskunde van de VUMC in Amsterdam met Prof. Dr. P. Nanyakkara en Dr. Stip, door interniste Dr.Beekman in Acibadem en Dr.Verhagen van de Jan van Goyen kliniek worden patienten uitgebreid onderzocht op talloze symptomen die hiermee gepaard kunnen gaan.
De resultaten zullen de komende jaren uitsluitsel geven over het optreden van dit ziektebeeld, en hoe we het kunnen behandelen of voorkomen. De talloze verschijnselen die met asia gepaard gaan zijn samen te vatten onder : chronische moeheid, spier- en gewrichtspijn, concentratie stoornis, geheugenverlies, brain fog, zenuwklachten, huidklachten en maag/darmklachten.
Het zou natuurlijk het mooiste zijn als we al voor de operatie met siliconen protheses zouden weten of dit asia beeld later zou kunnen optreden bij een patiente, maar dat zal pas in de toekomst gaan gebeuren, met speciale chromosoom HLA-bloed testen is de verwachting. Voorlopig is het zo dat de grootste groep patienten geen last krijgt van de siliconen protheses, ook al zijn ze kapot, slechts een heel kleine minderheid kan klachten ontwikkelen door een siliconen prothese. Verdere cijfers ontbreken nog om dit exact weer te geven. Daar wordt nu internationaal ook volop onderzoek naar gedaan.
De oplossing om na de explantatie van de protheses nog een mooie borst te vormen is eventueel lipofilling, in 1 of meerdere stappen met eigen vet, of door een water gevulde siliconen prothese in te brengen die geen siliconen lekkage kan geven.
De lipofilling wordt het meest gedaan, waarbij eerst vet wordt verkregen met de PAL liposuctie set, met een dunne 3 mm canule. Het vet wordt meestal opgezogen uit de flanken bij de onderrug, de buik of de heupen. In sommige gevallen wordt extra vet gezogen uit de binnenzijde van de bovenbenen of de knieën. Daarna wordt dit vet opgeslagen, gewassen en gezuiverd in een Puregraft opslag set.
Het vet wordt daarna uit deze zak gezogen in 10cc spuitjes en tenslotte bij de patiente ingespoten bij de borsten in de vet/klier laag, niet in de open holte van de borsten omdat daar geen vet kan overleven. De hele operatie kan zo 2 tot 3 uur in beslag nemen ook omdat de patiente op de operatie tafel gedraaid moet worden. Deze lipofilling kan tot 300-350 cc per borst maximaal plaatsvinden en het uiteindelijk resultaat is na paar maanden bereikt waarbij meestal rond de 50 % van het vet blijft leven (dus max 150-175 cc!).
Deze ingreep kan na aantal maanden weer herhaald worden om nog meer vet in de borsten te brengen, maar belangrijk is dan ook wel dat er genoeg vet over moet zijn om nog over te brengen naar de borsten. Er moet wel bedacht worden dat de lipofilling nooit het effect kan krijgen van een gewone prothese, de projectie ontbreekt! Wel is de vulling volledig eigen weefsel, de patient moet natuurlijk niet teveel gewicht verliezen in de jaren erna, omdat het ook de borsten kan verkleinen door vetverlies.